Tchoukbal (spreek uit als: sjoekbal, dus zonder t) wordt gespeeld op een veld van 27 bij 16 meter. In de zaal kunnen hiervoor de basketbalvelden (28 bij 15 m) aangehouden worden. Aan de korte zijden van het veld is een tchouk opgesteld, Rond elke tchouk is een halve cirkel afgezet (de zogeheten verboden zone) met een straal van 3 meter. Tchoukbal wordt officieel gespeeld met 2 teams van 7 personen, maar bij de Stretchers wordt het doorgaans gespeeld met 2 teams van 5 personen. Als er minder dan 8 spelers zijn, kan het beste een variant met één tchouk en recht-van-aanval worden gespeeld. Als bal wordt een handbal gebruikt.

Tchoukbal heeft twee regels die de sport heel anders laten voelen dan andere sporten. Hierdoor loopt het spel bij beginners vaak wat stroef, maar naarmate de spelers meer aan de bijzondere regels wennen wordt tchoukbal een snel en tactisch spel. De twee regels die de tchoukbal anders maken dan andere sporten zijn:

1. Beide teams mogen aan beide kanten scoren en;
2. Het verdedigende team mag de bal niet onderscheppen.

Het spelverloop bij tchoukbal gaat als volgt. Eén team is het aanvallende team en gaat proberen te scoren. Scoren doet men door van buiten de verboden zone de bal in de tchouk te gooien, waarna de bal terug het veld in stuitert en daar de grond raakt. Bijzonder is dus dat het aanvallende team aan beide kanten van het veld mag scoren. Het andere team is het verdedigende team. Zij mogen de onderlinge passes van het aanvallende team niet onderscheppen; ze kunnen alleen verdedigen door wanneer het aanvallende team probeert te scoren de uit de tchouk terug stuiterende bal te vangen. De bal raakt dan niet de grond en er is dus geen punt gescoord.

Als het verdedigende team de bal succesvol heeft gevangen, worden zij het nieuwe aanvallende team. Ook zij mogen dus aan beide kanten scoren, en dus ook aan de kant waar zojuist een poging tot scoren is gedaan. Er moet echter wel eerst minimaal één keer overgegooid worden totdat het team mag proberen te scoren. Daarnaast geldt dat als er drie keer achter elkaar bij dezelfde tchouk is geprobeerd te scoren, de volgende poging bij de andere tchouk gedaan moet worden.

Als het aanvallende team een punt heeft gescoord, mag het verdedigende team de bal uitnemen: zij worden dus het nieuwe aanvallende team. Het uitnemen gebeurt aan de achterlijn aan de kant waar het punt gescoord werd. De eerste pass wordt een zero-ball genoemd: deze telt namelijk niet mee voor het maximum aantal passes. Dat maximum aantal passes is drie en daarna moet een poging tot scoren gedaan worden. Na het uitnemen van de bal mag het aanvallende team dus nog maximaal drie keer overgooien voordat ze moeten proberen te scoren. Om het spel dynamischer te maken is het ook toegestaan om met de bal drie stappen te zetten. Belangrijk is echter wel dat na een zero-ball de bal over de middellijn moet zijn geweest voordat er gescoord kan worden.

Zoals hierboven beschreven scoort het aanvallende team door de bal zo in de tchouk te gooien dat hij in het veld terug stuitert. Het verdedigende team probeert te voorkomen dat de bal de grond raakt door de bal te vangen. Als het verdedigende team de bal echter weer laat vallen, of als de bal een verdedigende speler onder de knie raakt, is het altijd een punt voor het aanvallende team.

Tegelijkertijd kan het verdedigende team scoren doordat het aanvallende team een bal verkeerd gooit. Zo is het een punt voor het verdedigende team als de bal uit de tchouk in de verboden zone of buiten het veld landt. Ook krijgt het verdedigende team een punt als het aanvallende team de bal op het frame van de tchouk gooit of de tchouk zelfs volledig mist. Als het verdedigende team scoort, mag het aanvallende team uitnemen, waardoor zij dus door gaan als het aanvallende team.

Bepaalde acties zijn niet toegestaan en worden bestraft met balbezit voor het andere team, dat daarmee het nieuwe aanvallende team wordt. Dit balbezit wordt begonnen met een ‘breakdown’, waarbij een speler op de plaats van overtreding de bal met beide handen op de grond drukt om duidelijk te maken dat het spel herstart. Vanaf dit punt heeft het aanvallende team weer maximaal drie passes voordat ze moeten proberen te scoren. Het is echter geen zero-ball, waardoor de bal niet over de middellijn geweest hoeft te zijn voordat er gescoord mag worden. De volgende zaken tellen als overtreding:

• De bal raakt de grond;
• De bal raakt een gedeelte van het lichaam onder de knie;
• De speler met de bal heeft meer dan drie contactpunten met de grond;
• De bal buiten het veld gooien;
• Als verdedigend team het aanvallende team blokkeren wanneer die de bal ontvangt, schiet of zichzelf positioneert om de bal te onvangen;
• Als verdedigend team een pass of schot van het aanvallende team raken voordat die de tchouk raakt;
• Als aanvallend team vier of meer achtereenvolgende passes maken;
• Als aanvallend team na een zero-ball proberen te scoren voordat de bal over de middellijn is geweest;
• Als aanvallend team de bal aanraken als die terug stuitert uit de tchouk;
• Als aanvallend team de vierde keer achter elkaar bij dezelfde tchouk proberen te scoren.

In officieel tchoukbal is het tot slot de regel dat je de bal maximaal drie seconden in bezit mag houden; langer telt als overtreding. Bij de Stretchers wordt meestal zonder deze regel gespeeld.

The goal with tchoukball is to throw the ball in a vertical trampoline in such a way it bounces back into the field. You’re not allowed to run or dribble, and your team only has three passes to their disposal before you have to throw at goal. However, you can use both sides of the pitch: there aren’t dedicated sides for either team. Tchoukball is different from every other sport in the sense that it is not allowed to defend or hinder the opponent.