Badminton is a sport played with 2 or 4 (2 vs 2) players. Every player has a racket and the goal is to score points by letting the shuttle hit the floor on the opponent’s side of the playing field. You do this by hitting the shuttle with your racket in such a way that it flies over the net and falls in between the white lines that indicate the playing field. Note that you (or your team when playing doubles) may only hit the shuttle once. Of course, your opponent will try to play the shuttle back to you, so always be prepared for the return. If the shuttle doesn’t cross the net or falls outside of the playing field, your opponent scores. After a score, the service is done by the scoring team.
Iedereen zal zo wel weten dat de basisingrediënten worden gevormd door:
Wat echter nog lang niet iedereen weet is welke lijnen in het badmintonveld van belang zijn en wanneer. Welke lijnen het veld begrenzen is afhankelijk van of er enkel- of dubbelspel wordt gespeeld. Verder zijn de velden onderverdeeld in serveervakken.
Bij badminton wordt de shuttle over en weer geslagen tussen de spelers aan weerszijden van het net. Het is de bedoeling dat door jouw vernuftige en tactische spel de tegenstander eerder een fout maakt dan jij. Je speelt elke keer een ‘rally’, en die eindigt met een fout en begint met een serve. Dat serveren gebeurt verschillend bij enkel- en dubbelspel:
Er moet altijd diagonaal geserveerd worden zodat als de tegenstander de shuttle niet zou spelen deze in het serveervak van de tegenstander zou vallen. Alleen degene die serveert kan een punt scoren en wel door een rally te winnen. In dat geval wisselt hij van serveervak. Een spel begint altijd met een serve vanuit het rechter vak.
Bij dubbelspel ligt de zaak iets anders, wel moet ook hier altijd diagonaal geserveerd worden en kan alleen het duo dat serveert de punten scoren. Er kan bij dubbelspel een eerste en tweede serveerder worden onderscheiden: degene die bij het overgaan van de serve in het rechter vak staat is de eerste serveerder. Hoe het wisselen van de serve geschied kunnen we het beste demonstreren aan de hand van de onderstaande figuurtjes.
Zoals al eerder was vermeld eindigt een rally met een fout. Hieronder is een lijstje weergegeven met de belangrijkste fouten die kunnen voorkomen.
Nu is de tijd aangebroken om het woord over te laten aan een expert: Wanneer 2 beginnende badmintonspelers voor het eerst samen gaan spelen wordt vaak gevraagd: “Hoe spelen we: voor-achter of naast elkaar?”. In de loop der jaren zijn echter zulke verfijnde strategieën ontwikkeld voor het dubbelspel (zowel voor het heren- en damesdubbel, als voor de mix) dat deze vraag overbodig is geworden. Het zou te ver voeren hier deze strategieën in het geheel uiteen te zetten, maar in ’t kort komen ze op het volgende neer: Als de spelers de shuttle hoog naar de tegenstanders spelen moeten ze naast elkaar gaan staan. Met een hoge bal geven ze de tegenstander immers de gelegenheid om aan te vallen (bijv. smashen) en men kan het beste een aanval pareren als men naast elkaar staat. Indien de shuttle niet hoog naar de tegenstander wordt gespeeld (bijv. middels een drop-shot of een smash) is het de bedoeling dat een speler voor gaat staan en een achter. Er bestaan hierbij regels die aangeven welke speler voor en welke achter moet gaan spelen. In een gemengd dubbel is het gebruikelijk dat de heer achter speelt, omdat deze doorgaans over een grotere slagkracht beschikt.
Dit is alles en meer wordt echter snel duidelijk tijdens het spel zelf. Speelt daarom allen!